Rudolf Steiner ontwikkelde een eigen pedagogische kijke op het onderwijs, dat nu wereldwijd bekend staat, als de vrije school.

Steiner vond dat ieder kind een uniek individu is en de kans moet krijgen om zich volledig te ontwikkelen. Hij focuste hierbij vooral op de ontwikkeling van het gevoelsleven en op kunstzinnige vorming.

Voor zijn ontwikkeling heeft een kind een echte wereld nodig en geen plastic wereld. De natuur en de aandacht van volwassenen moeten de basis vormen van de omgang met kinderen. De natuur leert kinderen om te gaan met respect voor de aarde.

Een kind heeft vanaf zijn geboorte de neiging om te imiteren. Door alles te willen nadoen, leert het kind de wereld kennen en zich ermee te verbinden.

Ritme geeft kinderen zekerheid, veiligheid en herkenning. Ook samen bezig zijn geeft veiligheid en vertrouwen.

Steiners theorie is dat een mens uit meer bestaat dan een lichaam. De mens heeft ook een ziel die apart staat van het lichaam en die na de dood weer terug komt in de mensenwereld als een nieuw organisme. Mede omdat hij zijn theoriën niet met wetenschappelijke argumenten kan ondersteunen, is er kritiek.

 

http://www.nji.nl/Rudolf-Steiner